Binnen het speerpunt Zelfbewust Opgroeien 2022 hebben Stichting Al Maarif en Stichting Productielab dit jaar het project ‘Mijn eigen ik’ over de identiteitsvorming van meiden uit groep 6, 7 en 8 uitgevoerd. Op 25 november 2022 sprak het SPE met Nancy van Al Maarif over het verloop van het project tot nu toe. 

Signalen
Een onderdeel van het project was het gesprek aangaan met meiden over onderwerpen die nog in de taboesfeer liggen. Door middel van dialoog willen ze de meiden meegeven dat je andere keuzes kan maken, of dat het onderwerp minder spannend is dan ze misschien vanuit huis hebben meegekregen.  

Nancy van Al Maarif vertelde dat ze tijdens de uitvoer het project merkten dat meiden niet al hun vragen hardop durfden te stellen. Daarom mochten de meiden deze vragen na elke sessie op een papiertje schrijven en inleveren. Door het inzetten van deze methode konden onderwerpen die voor deze groep meiden soms nog in de taboesfeer lagen besproken worden. Veel van de vragen waar meiden mee zaten gingen over menstruatie en verliefdheid. Bij het doorvragen bleken veel meiden ontzettend bang te zijn voor hun eerste menstruatie, omdat er thuis en op school weinig over werd gesproken en ze daarom niet weten wat ze kunnen verwachten. Wanneer het over verliefdheid ging was de grote vraag die er speelde: ”Kan ik het thuis vertellen? Want ik weet niet of verliefd zijn wel mag van het geloof.” Door deze manier van het bespreekbaar maken van taboeonderwerpen slagen Stichting Al Maarif en Stichting Productielab erin om op een laagdrempelige manier met meiden in gesprek te gaan over de invloed van hun omgeving op de vragen die de meiden hebben. 

Achtergrond project  
‘Mijn eigen ik’ is een project waarin meiden de ruimte krijgen om te dromen en te ontdekken wat zij belangrijk vinden in het leven. In 5 workshops gingen de meiden aan de slag met thema’s zoals invloed uit je omgeving, de invloed van sociale media, grenzen aangeven en eigen keuzes maken. Stichting Al Maarif en Stichting Productielab hopen hiermee meiden te laten zien dat er in de vorming van hun identiteit ruimte is voor meer dan alleen de elementen die ze uit hun opvoeding meekrijgen.