Op 31 oktober organiseerde het SPE een inspirerende ontwikkelsessie over het voeren van dialogen. Tijdens deze bijeenkomst gingen verschillende organisaties aan de slag met het verkennen van dialoogvaardigheden en reflecteerden ze op hun eigen manier van communiceren. De sessie werd begeleid door Renée Hoekstra, die met een prikkelende workshop inzicht bood in wat een dialoog werkelijk inhoudt en hoe deze verschilt van een discussie.
Wat is een dialoog?
In het eerste deel van de sessie stonden we stil bij de kern van een dialoog: wat is het, waarom voeren we het en hoe doen we dat effectief? Een dialoog draait om ontdekken. De nadruk ligt op luisteren, vragen stellen en waarnemen wat er gebeurt, met als doel dat alle deelnemers op gelijkwaardige wijze kunnen bijdragen.
Een discussie daarentegen richt zich vooral op overtuigen. De focus ligt op praten, argumenteren en het vaststellen van wie gelijk heeft. In discussies nemen vaak de meer dominante stemmen de overhand, terwijl een dialoog juist ruimte creëert voor verschillende perspectieven en een gezamenlijk begrip.
De normatieve bril
Het voeren van een echte dialoog is uitdagend, omdat iedereen de wereld bekijkt door een eigen normatieve bril – de persoonlijke lens waardoor we betekenis geven aan wat we zien en ervaren. Deze bril wordt gevormd door factoren zoals gender, etniciteit, culturele achtergrond, religie, seksuele oriëntatie, politieke voorkeur en opvoeding. Deze invloeden kleuren onze perceptie en beïnvloeden hoe we luisteren, reageren en beslissingen nemen in gesprekken en in ons werk.
Oordeelvrij interviewen en gesprekshandvatten
Tijdens de sessie oefenden we met oordeelvrij interviewen – een belangrijke vaardigheid om gesprekken open en gelijkwaardig te houden. Renée reikte verschillende gesprekshandvatten aan die een dialoogleider kunnen inzetten om diepgang, verbinding en veiligheid te waarborgen:
- Samenvatten / structureren – de hoofdpunten vereenvoudigd benoemen.
- Spiegelen – herhalen of benoemen wat je bij de ander ziet of hoort.
- Doorvragen – kritische vragen stellen met als doel diepgang in het gesprek krijgen.
- Personaliseren – het gesprek verbinden aan de persoonlijke beleving van deelnemers.
- Problematiseren – een situatie bewust uitvergroten om nieuwe perspectieven te verkennen.
- De-problematiseren – het omgekeerde: een situatie uit het problematische trekken om vanuit mogelijkheden te denken.
- Reflecteren en verbindingen leggen – teruggrijpen op eerdere uitspraken of keuzes van de groep of deelnemer om samenhang te creëren.
- met als doel diepgang in het gesprek krijgen
- Personaliseren = Het persoonlijk maken, een thema in belevingswereld van de deelnemers brengen
- Problematiseren = Een situatie extremer/problematischer maken zodat ander perspectief belicht wordt
- De-problematiseren = een situatie uit het problematische trekken zodat vanuit mogelijkheden wordt gedacht i.p.v. vanuit belemmeringen
- Reflecteren + verbindingen leggen = Teruggrijpen op eerdere keuzes van de groep/deelnemer
Een goede dialoogleider is geen alwetende expert, neutrale robot of gedragspolitie. Hij of zij is eerder een nieuwsgierige onderzoeker die de veilige sfeer bewaakt, spiegels voorhoudt en anderen uitnodigt tot reflectie.
Normeren en begrenzen
Tijdens een dialoog mag en moet een gespreksleider soms normeren en begrenzen. Dit doe je niet bij botsende wereldbeelden, emoties of verschillende perspectieven, want juist daar ligt de waarde van de dialoog. Je begrenst wél bij uitingen die ingaan tegen de rechtsstaat of de gezamenlijke gespreksafspraken, zoals het verheerlijken van geweld, het verspreiden van desinformatie, het ontkennen van historische feiten of het doen van discriminerende uitspraken.
Een effectieve manier om te reageren is:
- Benoem de woorden die niet kunnen. Let op: je begrenst de woorden, niet de mening.
- Leg uit wat het effect van die woorden is, bijvoorbeeld op basis van algemene regels of wetgeving.
- Maak een keuze: ga je enkel begrenzen of is er ruimte om het gesprek te openen? Dit hangt af van de veiligheid, de context van de uitspraak en je doel.
- Is alleen begrenzen nodig, wees dan kort en duidelijk: “Die woorden zijn kwetsend en niet toegestaan. We gaan nu verder met…”
- Als de situatie zich leent voor gesprek, stel dan open vragen en toon oprechte nieuwsgierigheid:
“Hoe kom je tot deze gedachte?”
“Wat heb je meegemaakt?”
“Welke zorgen heb je hierover?”
Praktische tips voor het leiden van dialoogsessies
Voorafgaand aan de sessie:
- Denk na over wie er aanwezig zullen zijn en welke meningen of spanningen mogelijk meespelen.
- Kies bewust je werkvorm en setting.
- Maak een duidelijk draaiboek.
- Reflecteer op je eigen houding en normatieve bril.
Tijdens de sessie:
- Maak onderscheid tussen vragen en statements. Als iemand een betoog houdt, rond dan af met: “En je vraag is?”
- Gebruik lichaamstaal om het gesprek te sturen: een gestrekte hand geeft iemand het woord, een handpalm omhoog helpt afronden, en twee palmen omhoog geven duidelijk een signaal om te stoppen. Vermijd de wijsvinger, die snel belerend overkomt.
- Beheer de microfoon: houd deze zelf vast om de regie te behouden en te kunnen ingrijpen wanneer nodig.
- Luister naar je lichaam: merk je spanning of emotie op, neem even afstand, geef iemand anders het woord, adem en herpak daarna de leiding.
- Geef ruimte aan alle stemmen: Durf het woord niet te geven aan deelnemers die al heel veel aan het woord zijn en nodig actief anderen uit om deel te nemen. Dit kun je letterlijk benoemen om ongemak te voorkomen: “Ik zie je hand, maar ik zou ook graag willen horen van iemand die zijn of haar verhaal nog niet heeft kunnen delen.”
- Grijp respectvol in: als een deelnemer te lang of te veel aan het woord is, is dit negatief voor de energie van de sessie. Durf in te grijpen om te zorgen dat de rest het gesprek interessant blijft vinden. “Ik ga je even onderbreken, omdat we beperkte tijd hebben en ik zeker wil weten dat iedereen tijd heeft om mee te praten.”
- Bereid gespreksvragen voor die je kunt gebruiken als het gesprek stokt, zoals: “Wat maakt dit onderwerp belangrijk voor jou?”
- Spreek gespreksregels samen af: dan heb je een basis waar je als gespreksleider om terug kan vallen.
- Gebruik eventueel een ‘parkeerflap’ om onderwerpen die buiten de huidige focus vallen tijdelijk te parkeren.
Conclusie
De ontwikkelsessie bood een waardevolle verdieping in het voeren van betekenisvolle gesprekken. Een dialoog vraagt niet alleen om vaardigheid, maar ook om bewustzijn van jezelf, je aannames en je positie in het gesprek. Door oordeelvrij te luisteren, ruimte te geven aan verschillen en grenzen te stellen waar nodig, kan een dialoog uitgroeien tot een plek van wederzijds begrip, respect en groei.