Op vrijdag 19 maart ging het SPE op speerpuntbezoek bij Stichting Our Bodies Our Voice. In 2020 heeft de organisatie binnen het speerpunt ‘Zelfbeschikking’ budget toegekend gekregen voor het project ‘OBOV Peer Educators’. Met dit project willen ze ‘peer educators’ opleiden, zodat zij in staat zijn effectieve en lokaal-relevante workshops over seksueel geweld aan jongeren te geven. Tijdens de bijeenkomsten die Our Bodies Our Voice organiseert leren de toekomstige peer educators van professionals hoe zij het beste een workshop kunnen geven en waar zij rekening mee moeten houden, omdat seksueel geweld een gevoelig onderwerp is. Our Bodies Our Voice probeert hiermee taboes te doorbreken en het gesprek over seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag te promoten binnen de Amsterdamse universiteitscultuur.

De bijeenkomst start met korte introductie en hierop volgt een korte terugblik op de vorige bijeenkomsten en het trainingsweekend wat heeft plaatsgevonden. Tijdens dit trainingsweekend hebben de toekomstige peer educators handvatten hebben gekregen om een goede workshop neer te kunnen zetten in de toekomst.

De deelnemers wordt gevraagd te over hun zwaktes en krachten. Hier wordt genoemd dat ze empathisch zijn, maar nog veel kunnen leren op het gebied van communicatie. Hoe ga je het beste een gesprek aan en hoe breng je geduld op wanneer je voor een groep staat? Hierbij is het belangrijk om te bedenken dat elke emotie er mag zijn, zelfs als jij als peer educator denkt dat het een gevaarlijke emotie is en je iets hoort waar je het niet mee eens bent. Wanneer je op dat punt komt dan moet je dat erkennen. Als je dat doet kan je mensen helpen om eraan te werken en ze jouw standpunt te laten begrijpen door ze informatie en tips te bieden. Doe dit echter nooit op een belerende manier.

‘’Het is als peer educator niet je taak om iemand te onderwijzen, je moet ze begeleiden door het proces. Het begint bij het horen van de informatie, daarna het opslaan, zodat ze het uiteindelijk kunnen toepassen in hun leven.’’

Verder kan het lastig zijn om met verschillende culturen en referentiekaders om te gaan. Je kan je binnen een bepaalde cultuur of groep, waar weinig aandacht wordt gegeven aan seksueel geweld, ongemakkelijk of machteloos voelen. Je denkt dat je toch niks kan veranderen, omdat het moeilijk is een gesprek erover te starten. Toch is het belangrijk om hiervoor open te staan. Het is lastig om te praten over pijn, dus je moet geduldig en nieuwsgierig zijn. Een veilige plek om het gesprek over seksueel geweld kan gecreëerd worden door iedereen in de ruimte te laten uitpraten en serieus te nemen. Het creëren van een veilige plek lukt niet altijd voor iedereen binnen de groep, je moet ook kunnen accepteren dat niet iedereen zich even op zijn gemak voelt en weggaat met negatieve gevoelens naar jou toe.

Tijdens het geven van een workshop kan het voorkomen dat mensen geïrriteerd raken en denken ‘’Moeten we het hier nou alweer over hebben? Ik weet dit al’’. Als peer educator is het belangrijk deze gevoelens te erkennen, maar vergeet niet dat mensen die zo’n soort opmerking maken het vaak niet begrijpen of weten. Dit komt omdat mensen die het wel goed begrijpen of weten, dat niet op die manier zouden zeggen, zij zien het belang van erover blijven praten in.

‘’Herinner de groep eraan dat het een persoonlijk gesprek is, vooral als je er ervaring mee hebt. Herinner ze dat ze empathisch naar elkaar moeten zijn.’’

Een van de deelnemers stelde de vraag hoe je het beste van een discussie naar een dialoog kan gaan met de groep waar je voor staat. Het kan namelijk omslaan naar jouw mening tegen mijn mening, waardoor je in een negatieve sfeer komt en een conflict kan ontstaan. Om het gesprek goed te leiden moet je empathisch kunnen zijn naar mensen met conservatievere ideeën. Ook al ben jij het niet met diegene eens, als je die persoon niet zijn mening laat delen dan versterkt dat zijn of haar negatieve gevoelens naar het onderwerp toe. Op die manier kun je er niet samen uitkomen. Het is nuttig om het gesprek op gang te houden, want als het een monoloog wordt in plaats van een dialoog, is het geen goede workshop. De mensen in de groep leren namelijk niet alleen van jouw als peer educator, maar ook veel van elkaar.

Het kan intimiderend zijn om als jonger persoon voor een groep te staan en met ze te gaan praten over seksueel misbruik en geweld. Je kan je afvragen of je wel geschikt bent, of mensen kunnen zich afvragen of je wel geschikt bent. Dit kan je zelfvertrouwen aan tasten, maar bedenk dat de groep daar zit met een reden. Ze willen horen wat je te zeggen hebt en met elkaar erover praten.

‘’Het is niet erg om niet overal een antwoord op te hebben. Dit kun je oplossen door de vraag terug te kaatsen: wat vinden jullie hiervan?’’

De deelnemers worden op het hart gedrukt dat het niet verplicht is om je persoonlijke verhaal te delen. Ook al zijn er peer educators die gebruik maken van hun eigen verhaal om een boodschap over te brengen, dit is geen verplichting. De mentale gezondheid van de peer educators gaat voorop. Als je je niet op je gemak voelt om persoonlijke dingen te delen, of ze niet hebt meegemaakt, kan je in plaats daarvan uitleggen waarom je daar staat. Waarom vind jij deze onderwerpen belangrijk en waarom zet jij je er actief voor in?

Ten slotte wordt nogmaals benadrukt dat je niet altijd overal antwoord op kan hebben. Jij leert ook van de gesprekken die je voert met de groep. Zo kun je bij toekomstige workshops de informatie weer opnieuw inzetten.

Stichting Our Bodies Our Voice biedt de toekomstige peer educator tijdens deze bijeenkomst de mogelijkheid om in een veilige ruimte vragen te stellen en casussen te overleggen. Het project draagt hiermee bij aan het goed opleiden van peer educators met zelfvertrouwen en empathie, die het belang inzien van het taboe rondom seksueel geweld te doorbreken.